De opwaartse lijnen symboliseren voor de Workumse ook vrijheid. ,,Ik haw in soad mei ljocht en de loft. As bern rûn ik al altyd omheech te sjen. De widens fan de loft, de fûgels, prachtich, sa’n frij gefoel. En ik fiel my frij as keunstner.” Een gevoel dat ze pas betrekkelijk laat heeft mogen ervaren; Althuis is een laatbloeier. Als kind schilderde ze veel en het liefst was ze als tiener al naar de kunstacademie gegaan. De jaren vijftig waren echter geen tijd voor drieste uitspattingen en dus moest het een degelijke opleiding worden waar je brood mee op de plank kreeg: de kweekschool in Sneek.
De droom ooit kunstenaar te worden, liet haar echter niet los. Op haar veertigste - de kinderen inmiddels groot genoeg - greep ze alsnog haar kans en
