Simon Vestdijk: ferskil tusken ferzjes

Content deleted Content added
Aliter (oerlis | bydragen)
Nederlânsktalige dichters
Rigel 11:
 
Nei it ferstjerren fan Ans Koster-Zijp yn 1965 boaske hy mei Mieke van der Hoeven, mei wa't hy in soan (1967) en in dochter (1969) krige. Op 20 maart 1971 waardt him de [[Priis fan de Nederlânske Letteren]] takend, mar ear't hy dizze oannimme kin ferstoar hy op 23 maart op 72-jierige leeftyd yn it Akademysk Sikehûs yn [[Utert (stêd)|Utert]]. Vestdijk wie [[auteur]] fan sirka 200 boeken. Fanwege dizze tige grutte produksje neamde de dichter [[Adriaan Roland Holst]] him 'de man dy't hurder skriuwt as't God lêze kin'.
 
==Begjinregels==
Vestdijk achtte "''glanzende beginregels''" fan grut belang. De lêzer yn de boekwinkel woe er sa oerhelje ta keapjen.
 
* "Berlijn, 10 April '34. Natuurlijk: wanneer het met dat beven zoo doorgaat, dan komt er niets terecht van mijn plan." (''Else Böhler, Duitsch Dienstmeisje'')
* "Het had niet eens een portiek, zo plat was het." (''Terug tot Ina Damman'')
* "De gedaante in de hoek, waarmee Visser zich vreemd verbonden voelde, verrees langzaam en strompelde naar het rechter raam, éen arm achteruit, alsof ze zich op de lucht steunen wilde." (''Meneer Visser's hellevaart'')
* "Hij werd gespeend zoals alle andere kinderen, op de gewone tijd." (''Sint Sebastiaan'')
* "Wanneer ik in een café zit, en vlak ertegenover is net zo'n café, dan voel ik me altijd een beetje onwennig." (''Juffrouw Lot'')
* "Aan de voetbalvereniging, waarvan zij tot laat in de avond een bestuursvergadering hadden bijgewoond, waren Tjalko Schokking en Henk Veenstra wel enigszins ontgroeid." (''De kellner en de levenden'')
* "Onze stad staat dwars op de zee." (''De held van Temesa'')
* "Het vroor toen ik er voor het eerst van hoorde." (''Ierse nachten'')
* "Het eerste wat ik mij van W... herinner, waar even na mijn vijfde verjaardag mijn vader tot rechter was benoemd, is de warme voorzomermiddag, toen de bal van mijn broer over de ijzeren krullen van het balconhek vloog, de verlaten huiskamer in." (''De koperen tuin'')
* "Van de onmiddellijke omgeving van mijn ouderhuis, een bomberend voorhoofd boven het brokkelig gebit van een winkeltje, herinner ik mij zo goed als niets meer, hoewel ik er van kindsbeen af gespeeld moet hebben." (''De bruine vriend'')
 
== Prizen ==