90.984
bewurkings
L (Bot - derby: nl:Sicco Mansholt) |
No edit summary |
||
Yn de oarlochsjierren wie Mansholt aktyf yn it ferset. Hy ferberge net allinne ûnderdûkers yn de [[Wieringermarpolder]]; mar organisearre ek iten foar de westlike provinsjes. Mansholt waard daliks nei de [[befrijing]] út reden fan syn warberens yn it ferset lokoboargemaster fan de gemeente [[Wieringermar]], dat yn de oarloch ûnder wetter set wie troch de Dútsers.
In juny [[1945]] frege PvdA-premier [[Wim Schermerhorn]] Mansholt mei te dwaan oan it earste nei-oarlochske kabinet as minister fan Lânbou, Fiskerij en Fiedselfoarsjenning. Hy wie mei 37 jier de jongste minister. Hy wie oansteld fanwegen syn goede organisatoaryske kwaliteiten en hy waard frege om de fiedselfoarsjenning te beoarderjen, omdat der op dat stuit noch mar foar ien wike iten yn Nederlân wie. Mei in krêftich ynkeapbelied, frijwat strange fiedseldistribúsje en behearsking fan de priis slagge it him de situaasje te stabilisearjen.
In juny [[1945]] frege PvdA-premier [[Wim Schermerhorn]] Mansholt mei te dwaan oan it earste nei-oarlochske kabinet as minister fan Lâanbou, Fiskerij en Fiedselfoarsjenning. Hy wie mei 37 jier de jongste minister. Hij was aangesteld vanwege zijn goede organisatorische kwaliteiten en hem werd gevraagd om de voedselvoorziening weer op orde te brengen, daar bij zijn aanstelling nog voor 1 week voedsel in Nederland was. Met een krachtig inkoopbeleid, strakke voedseldistributie en beheersing van de prijs wist hij de situatie te stabiliseren. Hierbij speelde mee dat zijn neef [[Stephanus Louwe Louwes]] de leiding had over het nog goed functionerende directoraat-generaal van de Voedselvoorziening. Hoewel Mansholt aanvankelijk van plan was om slechts 2 jaar minister te blijven, vond hij het werk zo leuk, dat hij ook in de jaren erop besloot minister te blijven. Mansholt nam deel aan zes regeringen: [[Kabinet-Schermerhorn/Drees|Schermerhorn-Drees]] in 1945; [[Kabinet-Beel I|Beel]] in 1946; [[Kabinet-Drees/Van Schaik|Drees-Van Schaik]] in 1948, en nog drie kabinetten Drees: [[Kabinet-Drees I]] in 1951, [[Kabinet-Drees II]] in 1952 en [[Kabinet-Drees III]] in 1956. Tijdens zijn ministerschap hield hij, na de voedselvoorziening te hebben hersteld, zich bezig met het moderniseren van de landbouw. Hij begon in nauwe samenwerking met de Stichting voor de Landbouw (in 1954 hernoemd tot het Landbouwschap) met de vaststelling van gegarandeerde [[minimumprijs|minimumprijzen]] voor de belangrijkste Nederlandse landbouwproducten, gecombineerd met de invoering van [[ymportheffing]]en en vergoedigen (restituties) voor [[eksportprodukt]]en. Om de productiviteit te verhogen, werd ook veel geld geïnvesteerd in onderzoek en onderwijs en zette hij in op [[schaalvergroting]]. In zijn beleid kwam zijn sociaaldemocratische inslag duidelijk tot uiting; hij wilde dat, net als in andere bedrijfstakken, elke boer die economisch verantwoord bezig was in zijn bedrijf het recht had op een goed bestaan, vakantie en de mogelijkheid om zich ook cultureel te ontwikkelen.▼
▲
Mansholt had het economisch tij mee en kreeg mede daardoor weinig kritiek, zoniet zelfs lof op zijn beleid vanuit de boerenorganisaties, die doorgaans onderdeel vormden van de christelijke partijen. Op congressen van de Pvda liet hij wel duidelijk zijn voorliefde voor de [[sosjalisme|socialistische]] [[grûnpolityk]] horen, maar eenmaal in de regering streefde hij altijd naar compromissen. Binnen de ministerraad stond hij voor zijn boerenzaak en ging daarbij confrontaties niet uit de weg. Zo waren begrotingsonderhandelingen voor hem een belangrijke zaak, waarbij zijn uithoudingsvermogen beschouwd wordt als legendarisch.
== Jeropeeske Kommisje ==
== Yn it ôfgean ==
|