Willem Suringar: ferskil tusken ferzjes

Content deleted Content added
Nije Side: {{wurk}} thumb|Suringar }} '''Willem Frederik Reinier Suringar''' (Leeuwarden, 28 december 1832 - Leiden, 12 juli [[189...
 
No edit summary
Rigel 2:
[[Ofbyld:W.F.R. Suringa.jpg|thumb|Suringar]]
}}
'''Willem Frederik Reinier Suringar''' ([[LeeuwardenLjouwert (stadstêd)|LeeuwardenLjouwert]], [[28 decemberdesimber]] [[1832]] - [[LeidenLeien]], [[12 julijuly]] [[1898]]) waswie eenin NederlandseNederlânske [[botanicus]]. ZijnSyn vaderhiet waswie [[Gerard Tjaard Nicolaas Suringar]], uitgeverútjouwer inyn LeeuwardenLjouwert waardêr't zijnsyn broer [[Hugo Suringar]], eveneensek uitgeverútjouwer waswie.
 
Van 1850 tot 1855 studeerde Suringar [[geneeskundegenêskunde]] aan de [[RijksuniversiteitRyksuniversiteit LeidenLeien]], waarbij hij ook onderwezen werd in de [[botaniebotany]]. Het laatste jaar van zijn studie volgde hij ook les in de [[microscopiemikroskopy]] aan de [[RijksuniversiteitRyksuniversiteit UtrechtUtert]] bij [[Pieter Harting (bioloogbiolooch)|Pieter Harting]]. Op 13 maart 1857 [[wetenschappelijke promotie|promoveerde]] hij [[cum laude]] aan de Rijksuniversiteit LeidenLeien, waarna het zelfde jaar nog werd benoemd tot [[buitengewoon hoogleraar]] in de [[botaniebotany]].
 
Nadat hortusdirecteur [[Willem Hendrik de Vriese]] in 1857 voor onderzoek vertrok naar [[NederlandsNederlânsk-IndiëYnje]] nam de Suringar zijn taken waar als directeur van de [[Hortus botanicus Leiden]]. Kort na het vertrek van De Vriese werd Suringar al geconfronteerd met de annexatie van grond van de hortus die nog was verworven onder het directeurschap van [[Sebald Justinus Brugmans]] voor de bouw van de [[SterrewachtStjerrewacht LeidenLeien]] . Nadat De Vriese in januari 1862 overleed, nog geen jaar na zijn terugkeer uit NederlandsNederlânsk-IndiëYnje, werd Suringar definitief benoemd tot hortusdirecteur en [[gewoon hoogleraar|gewoon]] [[hoogleraar]] in de [[botanie]]botany. Suringar werkte bij de hortus samen met zijn rechterhand, [[hortulanus]] [[Heinrich Witte]]. In 1864 vond de geboorte plaats van zijn zoon Jan Suringar, die later zijn naam veranderde in [[Jan Valckenier Suringar]] (1864-1932). Na de dood van herbariumdirecteurherbariumdirekteur [[Friedrich Anton Wilhelm Miquel|F.A.W. Miquel]] in 1871 nam Suringar ook de taak van directeur van het [[RijksherbariumRyksherbarium]] op zich.
 
Suringar stichtte een botanisch school in Leiden, die studenten aantrok als [[Hugo de Vries]], [[Martinus Willem Beijerinck|M.W. Beijerinck]] en [[Melchior Treub]]. Suringar was een prominent lid van de [[''Nederlandsche Botanische Vereeniging]]'', die zich in zijn tijd vooral bezighield met de [[inheems]]elânseigen [[plantenleven|florafloara]] van Nederland. In 1870 publiceerde hij zijn ''Handleiding tot het bepalen van de in Nederland wildgroeiende planten'' dat uitgegeven werd door zijn vader. Dit succesvolle boek verscheen vanaf de vierde druk in 1880 onder de titel ''Zakflora'', waarbij er tussen 1870 en 1920 dertien drukken verschenen.
 
In 1884 en 1885 was Suringar voor wetenschappelijk onderzoek in [[West-IndiëYnje]] waarbij hij werd vergezeld door de geologen [[Karl Martin]] en [[Gustaaf Molengraaff]], de [[entomoloogentomolooch]] [[Jacobus Rudolphus Hendrik Neervoort van de Poll|J.R.H. Neervoort van de Poll]] en botanicusbotanikus [[Jacobus van Breda de Haan]]. Suringars aandacht werd hier getrokken door het plantengeslacht ''[[Melocactus]]'' uit de [[cactusfamiliekaktusfamylje]]. Na zijn terugkeer in Leiden liet hij een [[succulenten]][[broeikas|kas]] bouwen in de hortus om '' Melocactus'' te kweken. Samen met zijn zoon hield hij zich bezig met tekenen, fotograferen en het beschrijven van meerdere ''Melocactus''-soortensoarten. De planten die de Suringars kweekten, zijn nu allemaal dood en de soorten die zij beschreven werden door de cactus-specialisten [[Nathaniel Lord Britton]] en [[Joseph Nelson Rose]] geïdentificeerd als behorende tot slechts één enkele soort.
 
In 1867 was Suringar lid geworden van de [[KoninklijkeKeninklike NederlandseNederlânske AkademieAkademy vanfan WetenschappenWittenskippen]]. Op 12 julijuly 1898 werd hij dood aangetroffen in het Botanisch Laboratorium, waarna hijer werdopfolge opgevolgdwaard doortroch [[Jacobus Marinus Janse]] als hortusdirecteurhortusdirekteur en hoogleraar inyn de botaniebotany.
 
==SelectieKar vanút werkensy wurk==
*''Waarnemingen over de prikkelbaarheid der [[zonnedauw|Drosera]]bladen'', 1853
*''Observationes Phycologicae in Floram Batavam'', 1855
Rigel 22:
*''Algae japonicae Musei botanici lugduno-batavi'', 1870
*''Handleiding tot het bepalen van de in Nederland wildgroeiende planten'', 1870, drie drukken
*''Zakflora'', 1880 tot- 1920, tien drukken
*''Phylogenetische schets'', 1895
*''Illustrations du genre Melocactus par W.F.R. Suringar, continuées par J. Valckenier Suringar'', 1897, 1903 & 1905, drie delen
 
==BibliografieBibliografy==
*''Hortus Academicus Lugduno-Batavus, 1587-1937'', H. Veendorp & [[Lourens Baas Becking|L.G.M. Baas Becking]], eerste druk in 1938, heruitgave in 1990 met een toegevoegde inleiding door [[Kees Kalkman|C. Kalkman]], ISBN 90-71236-05-6
*''De Leidse Hortus, een botanische erfenis'', W.K.H. Karstens & H. Kleibrink, Waanders, 1982, ISBN 9070072920
Rigel 32:
 
{{DEFAULTSORT:Suringar, Willem Frederik Reinier}}
[[kategory:Ljouwert]]
[[Categorie:Nederlands botanicus]]
[[Kategory:Nederlânsk botanikus]]
[[Categorie:Nederlands hoogleraar]]
[[Kategory:Nederlânsk heechlearaar]]