Jakoba fan Beieren: ferskil tusken ferzjes

Content deleted Content added
No edit summary
rest van artikel, moet nog vertaald
Rigel 36:
 
'''Jacoba fan Beieren''' ([[Le Quesnoy]], [[Henegouwen]], [[16 july]] [[1401]] – [[Teijlingen]], by [[Sassenheim]], [[9 oktober]] [[1436]]) wie [[greve]] fan [[Greefskip Holland|Hollân en Seelân]], [[Greefskip Henegouwen|Henegouwen]] en [[hartoch]] fan [[Hartogdom Beieren|Beieren]].
 
==Vroege leven==
Op 15-jarige leeftijd huwde ze met de Franse prins Jan van Touraine, die in januari 1417 plotseling overleed (vermoedelijk door vergiftiging). In [[1417]] overleed haar vader [[Willem VI van Holland|graaf Willem VI]]. Zij volgde haar vader op, maar haar oom, de [[Prinsbisdom Luik|Luikse]] bisschop [[Jan van Beieren]] kreeg Holland toegewezen van de Duitse keizer [[Sigismund van het Heilige Roomse Rijk|Sigismund]]. De strijd tussen Jacoba en Jan betekende een oplaaiing van de [[Hoekse en Kabeljauwse Twisten]].
 
In [[1418]] trouwde Jacoba van Beieren met haar neef [[Jan IV van Brabant]]. Ze kreeg hiervoor toestemming van de [[paus]]. Er was veel protest tegen dit huwelijk, zo waren onder meer Holland en Zeeland er tegen. Onder druk van keizer Sigismund werd deze pauselijke toestemming later ingetrokken. Omdat hij zijn financiële verplichtingen niet kon nakomen, verpandde Jan IV het grondgebied van Jacoba voor 12 jaar aan haar vijand Jan van Beieren. Jacoba liet hierop het huwelijk ongeldig verklaren en vertrok naar Engeland, waar zij in [[1422]] in het huwelijk trad met [[Humphrey van Gloucester]].
 
Samen met Humphrey ging zij in [[1424]] terug naar Holland om de strijd op te pakken tegen haar ex-echtgenoot Jan IV, die gesteund werd door [[Filips de Goede|Filips van Bourgondië]] (ook wel Philips de Goede of Filips de Goede genoemd). Toen Humphrey van Gloucester haar in [[1425]] in de steek liet voor een hofdame, gaf Jacoba van Beieren de strijd op. Ze gaf zich over aan Philips van Bourgondië en werd in [[Gent]] gevangengezet.
 
==Hernieuwde strijd==
Toen haar oom Jan van Beieren overleed, kwamen zijn gebieden in handen van Philips van Bourgondië. Jan IV werd graaf van Holland en Zeeland. De Hoeken verzetten zich hiertegen en besloten Jacoba van Beieren te bevrijden. De edellieden van het Schuttersgilde ''St. Joris'' van [[Heusden (vestingstad)|Heusden]] (opgericht in [[1356]]) Spiering en Aalburg slaagden erin Jacoba van Beieren te ontmoeten en met haar werd een ontsnappingsplan gemaakt. Jacoba van Beieren en haar kamenier deden naar binnen gesmokkelde mannenkleren aan en liepen simpel het kasteel waar ze gevangen zaten uit. Buiten wachtten Spiering en Aalburg met paarden en het viertal wist te ontkomen via [[Breda]] en [[Woudrichem]] naar [[Vianen (Utrecht)|Vianen]].
 
Jacoba van Beieren pakte de strijd tegen Philips van Bourgondië weer op in de driehoek [[Gouda]] - [[Oudewater]] - [[Schoonhoven]]. Drie jaar later moest ze echter vrede sluiten. In dit vredesverdrag (de [[Zoen van Delft]]) werd bepaald dat Philips van Bourgondië erfgenaam van Jacoba van Beieren zou worden en dat Jacoba van Beieren niet meer in het huwelijk mocht treden. Jacoba bleef in naam nog gravin van Holland, maar moest feitelijk vrijwel alle macht afstaan.
 
Enkele jaren later trad ze toch in het huwelijk met [[Frank van Borssele]]. Doordat ze hiermee haar belofte schond, moest ze definitief afstand doen van al haar macht. Ze trok zich terug op het [[slot Teylingen]], waar ze in 1436 op 35-jarige leeftijd aan [[tuberculose]] overleed. Het is vooralsnog onbekend waar Jacoba van Beieren ligt begraven. Er zijn aanwijzingen dat ze in de Nederlandse Hervormde Kerk in [[Sint Maartensdijk]] (waar haar echtgenoot Frank van Borssele talrijke bezittingen had) is begraven. Echter ligt het meer voor de hand dat ze in Delft een laatste rustplaats heeft gekregen.
 
==Zie ook==
*[[Slot Teylingen|Jacobakannetjes]]
 
 
==Externe link==