Iisreus (planeet): ferskil tusken ferzjes

Content deleted Content added
Nije Side: thumb|right|300px|De twa iisreuzen yn ús sinnestelsel Een '''ijsreus''' is een planeet groter dan de uit ijzer en [[steen...
 
wurk
Rigel 1:
[[Ofbyld:Opengewerkte ijsreuzen.jpg|thumb|right|300px|De twa iisreuzen yn ús sinnestelsel]]
EenIn '''ijsreusiisreus''' is eenin [[planeet]] groterdy't grutter is danas de uitfan [[IJzer (element)|ijzerizer]] en [[steen (materiaal)|steenstien]] opgebouwdeopboude "[[aardse planeet|aardseierdske planeten]]", maarmar kleinerdy't lytser is danas de [[gasreus|gasreuzen]] [[Jupiter (planeet)|Jupiter]] en [[Saturnus (planeet)|Saturnus]] (mei efterelkoar massa's fan 315 en 95 kear dy fan de Ierde).
 
In ons [[zonnestelsel]] zijn [[Uranus (planeet)|Uranus]] en [[Neptunus (planeet)|Neptunus]] binne yn us sinnestelsel de ijsreuzen (metmei massa's vanfan respefterelkoar 14,5 en 17,5 maalkear diedy vanfan de AardeIerde).
 
VroegerYn werdenit ferline waarden Uranus en Neptunus totby de gasreuzen gerekendrekkene, maarmar uitút hunharren hogerehegere [[soortelijkesoartlike massa]] bleekdie welbliken dat zij uit zwaardere materie moesten bestaan. Ware dat niet zo, dan zou, vanwege de geringere massa en [[zwaartekracht|gravitatieswiertekrêft]], en bijgevolg de lagere samenpersing van het materiaal, de soortelijke massa eerder nog lager moeten zijn.
{{wurk}}
 
Tegenwoordig neemt men aan dat Uranus en Neptunus slechts voor ongeveer 5 tot 10% uit [[waterstofgas|waterstof]]- en [[helium]]gas bestaan (ter vergelijking: Jupiter en Saturnus bestaan voor 80 of 90 % uit deze gassen) en dat het grootste deel van de massa geconcentreerd is in een kern, die deels uit [[iJzer (element)|ijzer]]izer en [[silicaatsilikaat|silicatensilikaten]] (gesteente) bestaat (20 tot 25 % van de massa) en een [[aardmantel|mantel]] die bestaat uit [[waterwetter]], [[methaanmetaan]] en [[ammoniak]]) (70% vanfan de massa).
 
Om hier van "ijs" te spreken is eigenlijk niet juist. Deze laatstgenoemde bestanddelen zijn bij de lage temperaturen die in de ruimte rondom Uranus en Neptunus en op de satellieten van deze planeten heersen (ongeveer -170 graden Celsius) inderdaad vast, maar in het binnenste van deze planeten heersen hoge temperaturen (tot enkele duizenden graden Celsius) en een hoge druk (tot enkele miljoenen atmosferen), zodat water, methaan en ammoniak daar eerder voorkomen in de vorm van een dicht [[plasma (aggregatietoestand)|plasma]], dan als vaste stof.